De Sarracenia lokt insecten naar zijn plant-cave. Hiervoor zet hij zijn woest aantrekkelijke zichtbare en geurende druppeltjes nectar in de koker in. Een vleesetende plant dus. Eenmaal gevangen is er geen weg meer terug voor het onschuldige insect. De wanden zijn te glad, waardoor het beestje verplicht onderin blijft hangen waar hij langzaam wordt verteerd door de enzymen, een soort maagzuur.
Kleuren en vormen
De Sarracenia vangt de insecten in de bekerval, vandaar de bijnaam bekerplant. De deksel is groot en heeft een felle kleur, waardoor het insect denkt dat het een bloem is. Op deze discodeksel zitten zoveel nectarkliertjes dat hij glinstert.
In de lente kun je genieten van prachtige bloemen en in de zomer worden de nieuwe bekers gemaakt. Er zijn acht verschillende soorten Sarracenia en ze zijn er in verschillende kleuren. Naast de Sarracenia komende de vleesetende Dionaea, Drosera en Nepenthes veel voor. Maar er zijn veel meer vleeseters! In totaal maar liefst 630 soorten!
Symboliek
Er is geen symboliek bekend van de Sarracenia. Wel staat de carnivoor bekend als dé ‘ik hou je kinderen bezig’-plant. De kleintjes vinden het reuze-interessant dat deze plant insecten met huid en haar verslindt. Terecht.
Herkomst
De Sarracenia is eigenlijk een moerasplant die oorspronkelijk uit het zuidoosten van Noord-Amerika komt. In de zomer vermaakt de insectenverslinder zich ook heerlijk aan de oever van een vijver. De Sarracenia komt nu overal ter wereld voor, maar wordt in de natuur wel steeds zeldzamer.
Verzorging Sarracenia
Vul de pot met een speciale grond voor vleesetende planten, deze kan het vocht goed vasthouden.
Zorg dat de grond vochtig blijft. Zet de plant op een schotel en geef iedere dag een beetje water op de schotel.
De Sarracenia staat graag in het licht, maar niet in de felle zon.
Het mag niet te koud zijn voor de Sarracenia (minimaal 12 °C).
De Sarracenia houdt van november tot maart een winterslaap. Zet hem dan op een koele, maar vorstvrije plek beneden de 12 °C.
Natuurlijk vindt deze bekerplant het leuk om af en toe door je verwend te worden met een verse fruitvlieg, maar dat hoeft niet per se.
bron:mooiwatplantendoen.