Terwijl jij aan het genieten bent van de prachtige decoratieve plant, werkt ze zelf heel hard. De vrouwentong (sanseveria) zet alles op alles om de luchtvochtigheid in je huis op orde te krijgen, zodat ook je huid, ogen en luchtwegen van de plant kunnen genieten. Ze zet giftige stofjes namelijk om in zuurstof. En dan is ze ook nog eens ijzersterk en makkelijk. De woestijnplant heeft zich met gemak aangepast aan het leven in een woonkamer. Ga je toevallig binnenkort op een business trip naar Korea? Hier worden zakenpartners verwelkomd met deze stijlvolle stekels. In Afrikaanse landen kom je vaak manden tegen die gemaakt zijn van vrouwentongbladeren.
Kleuren en vormen
Vind je het niet erg om een beetje keuze te hebben? Gelukkig, want er zijn ongeveer 70 verschillende soorten vrouwentongen. Kenmerkend is de grijsgroene kleur met strepen, vlekken en gele randen. Wil je de plant iets donkerder? Zet haar dan verder van het raam af. Lichter? Zet haar dan dichter bij het raam.
De bladeren zijn stevige punten die recht uit de aarde lijken te steken. Deze flinke punten worden vaak niet hoger dan een meter. Het groeien doen ze wel met volle kracht. De pot kan zelfs barsten als deze niet groot genoeg is. De bloemen komen niet veel voor, maar als ze er zijn, belonen ze je geduld met een heerlijk zoete geur.
Symboliek
De stekelige punt van het blad staat voor de scherpe vrouwentong in het algemeen of de scherpe tong van schoonmoeders. Heb je er net een ingepakt voor de lieve moeder van je partner, zeg er dan vooral bij dat je er niets negatiefs mee bedoelt.
Herkomst
Vrouwentong is wel wat warmte gewend, want ze komt uit de woestijn van onder andere Ethiopië. In 1794 nam natuuronderzoeker Carl Peter Thunberg haar mee en vernoemde haar naar de Italiaanse prins Raimondo di Sangro die uit San Severo kwam. Na 2004 kwamen er ook andere soorten onze kant op.
Verzorging Sansevieria
Geef je vrouwentong een ruime pot, want ze groeit graag en hard.
De plant kan prima tegen droge warmte, bijvoorbeeld die van centrale verwarming.
Ze staat graag in het licht, maar is geen fan van de brandende zon.
Geef deze woestijnbewoner weinig water, laat de aarde tussen gietbeurten goed uitdrogen.
Belangrijkste tip: liever te weinig dan te veel water.
bron:mooiwatplantendoen.