Voor een flinke tropische touch in huis is een bananenplant een must. Of een bananenboom, dwergbanaan of Musa… noem hem hoe je wilt. Deze uit de familie Musaceae afkomstige exoot heeft stoere bladeren en is van alle markten thuis. Ben je decoratief op hem uitgekeken – bijna onmogelijk – dan gebruik je de bladeren als dakbedekking, haal je textiel uit de schijnstam of maak je je eten klaar in de bladeren. Dorstig geworden van al het genieten? Maak dan net als de Oost-Afrikanen een flink glas bananenbier of –wijn*.
Kleuren en vormen
De bananenplant wordt vaak bananenboom genoemd, omdat hij een schijnstam heeft. Vanuit het middelpunt wordt steeds een nieuw bladerendek omhooggeduwd, vervolgens ontvouwt het zich. De schijnstam van de Musa ingens kan een omvang van maar liefst drie meter krijgen.
Er zijn wereldwijd ongeveer 400 rassen. De Cavendish is de belangrijkste soort voor onze eetbare bananen. De bananenplant op ons dressoir kan ook bananen geven. Zelfs eetbare. Het duurt vaak wel meer dan 3 jaar voor de eerste bloemen aan de plant komen, en deze zijn nodig voor de vruchten. De grote bladeren van de plant zijn dun en scheuren snel. Uit de wortelstokken groeien nieuwe uitlopers, die je kunt stekken.
Waarom de bananen krom zijn? De zwaartekracht zorgt dat de vruchten naar beneden hangen. De vruchten willen echter liever naar boven groeien en doen daar hun uiterste best voor.
Symboliek
Door zijn onvruchtbare trossen is de banaan in het boeddhisme het symbool voor nutteloosheid van al het aardse. In Alanya begon de ontdekking van de banaan ook vrij negatief: in de tweede helft van de 19de eeuw voeren schepen uit van Alanya naar bijvoorbeeld Egypte en Cyprus. Onder andere om bonen, noten en thee te ruilen voor olie en zeep. Op een gegeven moment nam handelaar Serifali Ahmet Aga een bananenplant mee terug naar het Turkse eiland. Hij plantte de plant en enige tijd later groeiden er kromme, gele vruchten aan. De familieleden van de heer Aga moesten absoluut niks van deze hoogstwaarschijnlijk erg giftige vruchten hebben. De huishoudster trok zich hier niks van aan, omdat ze allerlei insecten van de op de grond gevallen bananen zag eten. Ze proefde, genoot en bleef leven! Ineens was de giftige banaan niet giftig meer. Binnen korte tijd stond Alanya dan ook vol met bananenplantages. Gevalletje ‘gaan met die banaan’.
Herkomst
De banaan is een van de oudste geteelde gewassen: sinds de zesde eeuw voor Christus volgens boeddhistische geschriften. Een Amerikaanse ingenieur bracht in 1871 in Costa Rica de bananenproductie commercieel op gang. De van oorsprong Zuidoost-Aziatische en Australische plant wordt nu in vele tropische landen gekweekt. Uiteraard om zijn heerlijke vrucht.
Verzorging Musa
Deze banaan houdt van lekker warm (minimaal 12 °C).
Zorg dat de aarde continu vochtig blijft.
Verwen hem om de paar weken met plantenvoeding.
De bladeren kunnen snel breken of knakken, dus ga voorzichtig met deze stoere huisgenoot om.
Geef hem veel daglicht, maar zet hem niet direct in het zonnetje.
Wordt hij te groot? Haal dan wat van de onderstammen weg, zodat hij weer frisse zijscheuten krijgt.
bron:mooiwatplantendoen.